spinsbek
- spins·bek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spinsbek | spinsbekken |
verkleinwoord | - | - |
de spinsbek m
- goudkleurig mengsel van koper en zink
- ▸ Onderin waren laadjes, die allerlei fraaiigheden inhielden: zilveren horloges, spiegeltjes, doosjes van schelpen gemaakt, sigarenpijpjes, zakmessen, ringen van spinsbek, horlogekasten, vestkettingen, enz. enz.[3]
- Het woord 'spinsbek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ spinsbek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Justus van Maurik“Toen ik nog jong was.” (1901; 1e druk: 1887), Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, herdruk, p. 54