spiekbriefje
- spiek·brief·je
- samenstelling van spiek ww en briefje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spiekbriefje | spiekbriefjes |
verkleinwoord | - | - |
het spiekbriefje o dim. tant. [1]
- (onderwijs) papiertje met aantekeningen waarvan wordt gespiekt
het spiekbriefje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spiekbrief
- Het woord spiekbriefje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spiekbriefje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be