spiegelbeeld
- spie·gel·beeld
- samenstelling van spiegel ww en beeld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spiegelbeeld | spiegelbeelden |
verkleinwoord | spiegelbeeldje | spiegelbeeldjes |
het spiegelbeeld o
- door een spiegel of spiegelend vlak teruggekaatst beeld
- ▸ 'Meneer, het zou kunnen dat ik inderdaad iets heb vernomen van de geruchten waar u op zinspeelt. Maar als die verhalen kloppen, zou er mijns inziens sprake zijn van een plaag van blindheid. Prins Henry zou toch blind hebben moeten zijn om zijn aanbedene niet te herkennen, of om een lelijk meisje aan te zien voor een ongeëvenaarde schoonheid? En mijn dochters zouden wel blind hebben moeten zijn voor hun spiegelbeeld en voor de blik in de ogen van degenen die hen aankijken...'[1]
- afbeelding die omgekeerd is aan het origineel
1.
- Het woord spiegelbeeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spiegelbeeld" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be