• speu·rend
vervoeging van: speuren
verbogen vorm: speurende

speurend

  1. onvoltooid deelwoord van speuren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen speurend speurender speurendst
verbogen speurende speurendere speurendste
partitief speurends speurenders -

speurend

  1. actief zoekend; actief kijkend
    • Rondom het WK in Duitsland (2006) beviel het netwerk van speurende studenten zo goed dat het voor herhaling vatbaar was. Naast Enschede worden ook de studentennetwerken in Eindhoven, Groningen, Leiden en Utrecht gebruikt. [1] 
    • Speurende intersurfers kunnen desondanks nog genoeg gevoeligheden ontdekken. De site happennaardebaas vond een foto van de gemeentelijke opruimploeg die op een bankje uitrust. En in de Egbert ten Catelaan delen agenten een bon uit aan de bestuurder van een zwarte Mercedes. [2]