spiedend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  spiedend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• spie·dend

Werkwoord

vervoeging van:	spieden
verbogen vorm:	spiedende

spiedend

1. onvoltooid deelwoord van spieden

	stellend
onverbogen	spiedend
verbogen	spiedende
partitief	spiedends

Bijvoeglijk naamwoord

spiedend

1. speurend en oplettend kijkend

   • Het spiedend oog van Beatrix zal niet minder waakzaam zijn. Vooraf is uitgebreid overlegd over het menu. Aan het hof worden waar mogelijk Nederlandse producten gebruikt en de gasten mogen zelf opscheppen. Zoveel of zo weinig als ze willen. Wie liever extra groente heeft en geen vlees kan zelf zijn keuze bepalen.  
   • Bitter gevecht tegen spiedende overheid: Nederland moet hét privacygidsland van de wereld worden. Daartoe ontwikkelt Stichting Privacy First (SPF) een ’webwarenhuis’ met producten die burgers kunnen beschermen tegen meeloerende instanties en bedrijven.  

Synoniemen

• speurend, loerend, meeloerend, glurend, gapend, koekeloerend, bespiedend

Gangbaarheid

• Het woord spiedend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.