Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spel·den voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorspelden

spelden (…) voor

  1. meervoud tegenwoordige tijd van voorspelden
vervoeging van
voorspellen

spelden (…) voor

  1. meervoud verleden tijd van voorspellen
    • Wij spelden voor. 
    • Jullie spelden voor. 
    • Zij spelden voor. 

Gangbaarheid