Een speelgoedtrein.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·goed·trein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelgoedtrein speelgoedtreinen
verkleinwoord speelgoedtreintje speelgoedtreintjes

Zelfstandig naamwoord

de speelgoedtreinm

  1. (speelgoed) een trein in klein formaat voor kinderen om mee te spelen
    • De speelgoedtrein was favoriet. 
Vertalingen

Gangbaarheid