• sov·cho·ze
enkelvoud meervoud
naamwoord sovchoze sovchozen
verkleinwoord

de sovchozev

  1. (landbouw) staatslandbouwbedrijf in de voormalige Sovjet-Unie
     Het was voorheen de standplaats van de medewerkers van een sovchoze, de staatsboerderijen achter het vroegere ijzeren gordijn die door een inefficiënte bedrijfsvoering te gronde gingen.[1]
     Het landschap onderweg is licht glooiend en vooral leeg. Er zijn veel braakliggende landbouwgronden en vervallen sovchoze- en kolchozegebouwen.[2]
20 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron “Peter en Marloes terug om te trouwen tussen de Russen” (28-03-2008), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Karel Onwijn
    “Crisis en corruptie houden Oekraïne in greep” (17-06-2011), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be