somnambulisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- som·nam·bu·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Somnus, de mythologische god van de slaap met het achtervoegsel -isme [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | somnambulisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het somnambulisme o
- (medisch) slaapwandelen
- helderziendheid tijdens een slaaptoestand
Vertalingen
1. slaapwandelen
Gangbaarheid
- Het woord somnambulisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "somnambulisme" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be