Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • so·lo·zan·ge·res
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord solozangeres solozangeressen
verkleinwoord solozangeresje solozangeresjes

Zelfstandig naamwoord

de solozangeresv

  1. (muziek) vrouwelijk persoon die alleen gedurende de gehele muziekopvoering of een gedeelte ervan alleen zingt
Verwante begrippen

Gangbaarheid