• sokne·prest
Naar frequentie 712919
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sokneprest     soknepresten     sokneprester     sokneprestene  
genitief   sokneprests     sokneprestens     soknepresters     sokneprestenes  

sokneprest, m

  1. (religie) pastoor / priester van een kerkelijke gemeente (parochie)
    «Til slutt holdt sokneprest Hovden en vakker tale som formet seg som en julehilsen.»
    Ten slotte hield pastoor Hovden een prachtige toespraak in de vorm van een kerstgroet.


  • sokne·prest
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sokneprest     soknepresten     sokneprestar     sokneprestane  

sokneprest, m

  1. (religie) pastoor / priester van een kerkelijke gemeente (parochie)