soepkip
- soep·kip
- samenstelling van soep en kip [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soepkip | soepkippen |
verkleinwoord | soepkippetje | soepkippetjes |
de soepkip v
- kip die alleen geschikt is om er soep van te koken
- (pejoratief) (scheldwoord) dom persoon (meestal een vrouw)
- Het woord soepkip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "soepkip" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ soepkip op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be