snurkend
- snur·kend
vervoeging van: | snurken |
verbogen vorm: | snurkende |
snurkend
stellend | |
---|---|
onverbogen | snurkend |
verbogen | snurkende |
partitief | snurkends |
snurkend
- bezig met snurken
- In de slaapkamer zijn twee bedsteeën te vinden die je met een gordijntje kunt afsluiten. Ook is de kamer donker en volledig geluidsdicht (je eventueel snurkende buurman niet meegerekend). [1]
- Ik schijn ook intens hard te snurken.
Daarvan deelt ze bewijsmateriaal; een geluidsopname die Erik maakte van zijn snurkende verloofde. Roxeannes conclusie luidt dan ook: "Ik vind eigenlijk dat de mannen van zwangere vrouwen het veel zwaarder hebben." [2]
- Het woord snurkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia B. Kerstens 10 januari 2017 Tukje doen op kantoor? In Amsterdam kan het
- ↑ Tubantia S. Borgdorff 12 maart 2018 Roxeanne: Mannen van zwangere vrouwen hebben het zwaarder