snotmeid
- snot·meid
- samenstelling van snot zn en meid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snotmeid | snotmeiden |
verkleinwoord | snotmeisje | snotmeisjes |
de snotmeid v
- brutale, jonge, onwetende vrouw
- Je voelde met hoeveel weerzin die vrouwen het gemak ondergingen waarmee hun manier van leven naar de vuilnisbak van de geschiedenis werd verwezen - door een snotmeid die tot een nieuwe middenklasse behoorde terwijl zij zelf alle zekerheden kwijt waren. Ze zaten daar immers niet voor hun lol maar uit bittere noodzaak. [1]
- Het woord 'snotmeid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Groene Amsterdamer 4 februari 2010 Van Moskou tot Moermansk