• snoer·loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen snoerloos snoerlozer snoerloost
verbogen snoerloze snoerlozere snoerlooste
partitief snoerloos snoerlozers -

snoerloos

  1. zonder snoer
    • Een snoerloze strijkzijzer zal er niet snel komen. 
    • Een snoerloze boormachine is erg handig als je buiten moet klussen.