snelpers
- snel·pers
- samenstelling van snel zn en pers zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snelpers | snelpersen |
verkleinwoord | snelpersje | snelpersjes |
- drukpers met een draaiende cilinder die sneller werkt dan de voorafgaande handpers ze is de voorganger van de rotatiepers
- ▸ 'n Knap werkman, 'n goddeloos knap werkman, ik mag er mee in spreken, stond bij hem aan de snelpers, eer ik bij de firma Drieling en Bijzing er zelf een onder me kreeg; ik heb van hem geleerd en schaam het mij niet te zeggen.[2]
- Het woord snelpers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Jaap” (1923), Saga, ISBN 9788728433294