• snel·heids·re·cord
enkelvoud meervoud
naamwoord snelheidsrecord snelheidsrecords
verkleinwoord snelheidsrecordje snelheidsrecordjes

het snelheidsrecordo [1]

  1. (sport) de keer dat men sneller is gegaan dan iedereen anders ooit is gegaan
     Het is de derde keer dat Hammond gewond raakt tijdens opnames voor zijn autoprogramma. In 2006 raakte hij twee weken in coma toen hij crashte tijdens een poging een snelheidsrecord te breken.[2]
     De snelste race van het jaar was de Grote Prijs van Italië, die door wereldkampioen Nico Rosberg werd gewonnen met een gemiddelde snelheid van 237,5 kilometer per uur. Het snelheidsrecord van 2016 werd gevestigd door de Fin Valtteri Bottas. De Williams-coureur kwam in Mexico tot een topsnelheid van 372,5 kilometer per uur.[3]
  2. de keer dat iets sneller is gegaan dan ooit tevoren


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Richard Hammond vanuit ziekenhuisbed: sorry” (11 juni 2017, 15:43), NOS
  3.   Weblink bron “Max Verstappen is inhaalkoning van de Formule 1” (12 december 2016, 20:39), NOS