sneeuwklokjesboom


 
  • (IPA in voorbereiding)
  • sneeuw·klok·jes·boom
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwklokjesboom sneeuwklokjesbomen
verkleinwoord sneeuwklokjesboompje sneeuwklokjesboompjes

de sneeuwklokjesboomm

  1. (bloemplanten) Halesia carolina   een struik uit de familie Styracaceae  . De struik komt van nature voor in het zuidoosten van de Verenigde Staten. Ze bloeit van half april tot half mei. De plant bloeit met 1,5-2 cm grote, vier bij elkaar staande, roomwitte bloemen op het kale hout. De bladeren zijn aan de onderkant licht behaard. De gevleugelde vrucht is 2-3,5 cm lang