sneeuwklokjesboom
- (IPA in voorbereiding)
- sneeuw·klok·jes·boom
- samenstelling van sneeuwklokje zn en boom zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwklokjesboom | sneeuwklokjesbomen |
verkleinwoord | sneeuwklokjesboompje | sneeuwklokjesboompjes |
de sneeuwklokjesboom m
- (bloemplanten) Halesia carolina een struik uit de familie Styracaceae . De struik komt van nature voor in het zuidoosten van de Verenigde Staten. Ze bloeit van half april tot half mei. De plant bloeit met 1,5-2 cm grote, vier bij elkaar staande, roomwitte bloemen op het kale hout. De bladeren zijn aan de onderkant licht behaard. De gevleugelde vrucht is 2-3,5 cm lang
- Het woord 'sneeuwklokjesboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] sneeuwklokjesboom in het Nederlands Soortenregister N
- [1] sneeuwklokjesboom op Wikidata