sneeuwklasse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sneeuw·klas·se
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sneeuw zn en klasse zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwklasse | sneeuwklassen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de sneeuwklasse v
- (België basisonderwijs) onderwijs in de openlucht gericht op wintersportactiviteiten
- ▸ [H]eel het zesde leerjaar gaat op sneeuwklasse, maar ik niet.[1]
Synoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'sneeuwklasse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “forum.awel.be” (2019)