smokwerk
- smok·werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smokwerk | |
verkleinwoord | smokwerkje | smokwerkjes |
het smokwerk o
- met stiksels plooien aanbrengen als versiering op kleding; borduursel met plooien
- ▸ Owens weet zichzelf nog steeds te vernieuwen. Afgelopen donderdag liet hij voor zijn doen opvallend lichte kleding zien. Veel tule, smokwerk en lichte kleuren zoals grijs en beige dankzij de asymmetrische rokken en wijde tops nog steeds herkenbaar als typisch Owens.[2]
1. met stiksels plooien aanbrengen als versiering op kleding; borduursel met plooien
- Het woord smokwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smokwerk" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Bregje Lampe“De stijl van volgende zomer: club loyale” (1 oktober 2014), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be