smokkelaar
- Geluid: smokkelaar (hulp, bestand)
- smok·ke·laar
- Naamwoord van handeling van smokkelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smokkelaar | smokkelaars |
verkleinwoord | smokkelaartje | smokkelaartjes |
de smokkelaar m
- iemand die illegaal goederen of mensen over de grens brengt
- Eind 2003 is begonnen met zogenaamde "100% controles" om drugssmokkel tegen te gaan. Van vluchten uit aangewezen risicogebieden zoals de Nederlandse Antillen, Aruba, en later ook Suriname naar Nederland wordt voortaan iedereen gecontroleerd op drugs. Daardoor is het gemiddeld aantal smokkelaars teruggelopen van 35 à 50 per vlucht naar gemiddeld 2 per vlucht.
1.
- Het woord smokkelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smokkelaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be