slobbe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slob·be
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slobbe | slobben |
verkleinwoord | slobbetje | slobbetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) voorschoot dat iemand draagt die zwaar werk doet
- (huishouden) vaatdoek
- vrouw die zwaar werk doet
- (eendvogels) bepaald soort watervogel, Spatula clypeata , met een spatelvormige snavel waarmee hij zijn voedsel opslobbert
Synoniemen
- [4] slobeend
Gangbaarheid
- Het woord slobbe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slobbe" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ slobbe op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be