• (IPA in voorbereiding)
  • slan·gen·hout
enkelvoud meervoud
naamwoord slangenhout
verkleinwoord

het slangenhouto [1]

  1. (bloemplanten) Loxopterygium sagotii   een grote boom die in het regenwoud op lemige zandgrond voorkomt. De boom kan 30 meter hoog worden met een takloze stam van 15-20 meter met lage plankwortels. Het blad staat afzonderlijk en is 40 cm lang. Het is onevengevind samengesteld. De blaadjes zijn ovaal met een scheve basis. Ze zijn gaaf van rand en de top is puntig. De bloeiwijze verschijnt uit de bladoksels als een pluim van tot 50 cm lengte