slangalen
- (IPA in voorbereiding)
- slang·alen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slangalen | |
verkleinwoord |
de slangalen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord slangaal
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Ophichthidae in de orde van de palingachtigen (Anguilliformes ). De benaming "Ophichthidae" komt van de Griekse woorden ophis ("slang") en ichthys ("vis"). Hun leefomgeving bestaat uit tropische tot gematigde wateren. Het zijn bewoners van kusten, maar sommige soorten betreden ook rivieren
- [2] palingachtigen, tarpon- en aalachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord 'slangalen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.