slaapzak

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  slaapzak    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• slaap·zak

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  slaap ww  en  zak zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	slaapzak	slaapzakken
verkleinwoord	slaapzakje	slaapzakjes

Zelfstandig naamwoord

de slaapzak m

1. Een slaapzak wordt gevormd door een grote, doorstikte deken, die vaak door middel van een rits om het lichaam heen te sluiten is. In de dan gevormde zak kan men slapen, in plaats van onder een deken

   ▸ Daar kroop ik, nog in de greep van de angst, mijn slaapzak in en rolde mezelf tot een kleine bal.

   ▸ Voordat ik weer in slaap viel kreeg ik de gedachte aan zeven verschrompelde lijken in gesmolten slaapzakken niet uit mijn hoofd.

Vertalingen

    1.   

Duits: Schlafsack  (de) m Engels: sleeping bag  (en)

Frans: duvet (fr) m, sac de couchage (fr) m Spaans: saco de dormir (es) m, bolsa de dormir (es) v

Gangbaarheid

• Het woord slaapzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slaapzak" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.