slaafsheid
- Geluid: slaafsheid (hulp, bestand)
- slaafs·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaafsheid | slaafsheden |
verkleinwoord |
de slaafsheid v
- gedrag dat duidt om te grote onderdanigheid
- ▸ Door iedereen uitgekotst, zo gedroegen zelfs hun nazaten zich nog - gemakshalve ook tegenover toeristen, die niet goed raad wisten met zoveel vijandige slaafsheid.[2]
- ▸ Hoewel... Donners slaafsheid is gespeeld, zijn onderhorigheid is eigenlijk cynisme; hij wilde bal zijn om God stiekem te laten winnen, want anders zou die elke wedstrijd verliezen.[3]
1. gedrag dat duidt om te grote onderdanigheid
- Het woord slaafsheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Tennisslaafjes” (6 juni 2011), Het Parool