serviliteit
- Geluid: serviliteit (hulp, bestand)
- ser·vi·li·teit
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘slaafse geest of houding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
- afgeleid van serviel met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | serviliteit | serviliteiten |
verkleinwoord | - | - |
1.
- Het woord serviliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "serviliteit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ serviliteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).