serviel
- ser·viel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | serviel | servieler | servielst |
verbogen | serviele | servielere | servielste |
partitief | serviels | servielers | - |
serviel [3]
- Het woord serviel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "serviel" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "serviel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ serviel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be