slöjd
- slöjd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slöjd | |
verkleinwoord |
- Zweedse onderwijsmethode met veel aandacht voor houtwerk, maar ook voor papier vouwen, naaien, borduren, breien en haken.
- Hun steek en kolbak waren van carton, vervaardigd door mijn meester, die aan slojd [sic!] (onderwijsmethode met veel handvaardigheid) deed, en zelfs de beenkappen van de laarzen van den generaal waren van carton. Ik had er zelf aan meegeplakt. [2]
- Genoeg opgeschept. Nadat mijn kinderen alle opleidingen hadden voltooid, had ik geen direct belang meer bij het onderwijs. Ik las wel dat er steeds meer werd veranderd en dat de problemen talrijker werden, ik kreeg de vage indruk dat de slöjd- en kabouterbrigades gestaag terrein wonnen, maar mijn zorg was dat gelukkig niet meer. [3]
- Het woord slöjd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slöjd" herkend door:
4 % | van de Nederlanders; |
4 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC F. Okker 25 april 1998 Kroningsfeest in Dirksland
- ↑ NRC S. Montag 19 mei 2007 Aap Noot Mies
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
slöjd g