handvaardigheid
- hand·vaar·dig·heid
- samenstelling van hand en vaardigheid
- afgeleid van handvaardig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handvaardigheid | handvaardigheden |
verkleinwoord |
- Het woord handvaardigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handvaardigheid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be