skotte
- skot·te
- (naamwoord) Afkomstig van het Oudnoorse woordd skotr.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
skotte |
skotter |
skottet skotta |
skottet skotta |
Klasse 1 zwak |
skotte
- onovergankelijk snel rondkijken om te zoeken of zich te oriënteren
- skotte rundt seg
rondkijken
- skotte til siden
opzij kijken
skotte m
- (demoniem) Schot (mannelijke vorm)
- (demoniem) Schotse (vrouwelijke vorm)
- «Nærmere 60.000 skotter snakker den skotske varianten av gælisk.»
- Bijna 60.000 Schotten spreken de Schotse variant van het Gaelisch.
- «Nærmere 60.000 skotter snakker den skotske varianten av gælisk.»
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | skotte | skotten | skotter | skottene |
genitief | skottes | skottens | skotters | skottenes |
Demoniemen bij Skottland in het Noors | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
- skot·te
- (naamwoord) Afkomstig van het Oudnoorse woordd skotr.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
skotte |
skottar |
skotta |
skotta |
Klasse 1 zwak |
skotte
- onovergankelijk snel rondkijken om te zoeken of zich te oriënteren
- skotte rundt seg
rondkijken
- skotte til sida
opzij kijken
skotte m
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | skotte | skotten | skottar | skottane |
genitief |
Demoniemen bij Skottland in het Nynorsk | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|