Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sjees·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sjeesbak sjeesbakken
verkleinwoord sjeesbakje sjeesbakjes

Zelfstandig naamwoord

de sjeesbakm

  1. (informeel) auto
    • Staat je sjeesbak nog steeds bij de garage? 
  2. bodem met opstaande randen en een zitbank als onderdeel van een rijtuig of slee
    • De sjeesbak van het rijtuig kon in de winter op een onderstel worden bevestigd en dan als slee worden gebruikt. 

Gangbaarheid

Verwijzingen