sikkeneurig
- Geluid: sikkeneurig (hulp, bestand)
- sik·ke·neu·rig
- In de betekenis van ‘narrig’ voor het eerst aangetroffen in 1870 [1]
- afleiding met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sikkeneurig | sikkeneuriger | sikkeneurigst |
verbogen | sikkeneurige | sikkeneurigere | sikkeneurigste |
partitief | sikkeneurigs | sikkeneurigers | - |
sikkeneurig
- niet tevreden en daarom boos
- De sikkeneurige student was helemaal niet tevreden met de 7 die hij kreeg voor zijn scriptie.
- Het woord sikkeneurig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sikkeneurig" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "sikkeneurig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be