siderium
- si·de·ri·um
- van Oudgrieks σίδηρος (sidèros) "ijzer" met het achtervoegsel -ium naar de laagjes ijzerafzettingen uit deze periode; naam voorgesteld door een subcommissie van de IUGS in 1988[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | siderium | - |
verkleinwoord | - | - |
het siderium o
- (geologie) geologisch tijdperk, eerste periode van het paleoproterozoïcum, van 2,5 to 2,3 miljard jaar geleden
- Vóór 2006 was de spelling Siderium. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
- periode (geologie)
- paleoproterozoïcum
- ↑ Harland, W.B. e.a.A Geologic Time Scale 1989 (1990) Cambridge University Press, Cambridge; ISBN 9780521387651; p. 17; geraadpleegd 2016-01-24
- Het woord 'siderium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.