sequoiaboom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sequoiaboom (hulp, bestand)
- IPA: / seˈkwɔjaˌbom / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /seˈkɔja/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /seˈkoja/
Woordafbreking
- se·quoia·boom
Woordherkomst en -opbouw
- van Neolatijn sequoiaboom, vermoedelijk een eponiem dat verwijst naar de Cherokee zilversmid Sequoyah die een alfabet voor het Cherokee zn bedacht, hoewel de naamgever, de Oostenrijkse botanis en taalkundige S. Endlicher , dit niet uitdrukkelijk heeft aangegeven; in de betekenis van ‘boomsoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1879 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sequoiaboom | sequoiabomen |
verkleinwoord | sequoiaboompje | sequoiaboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de sequoiaboom m
- (plantkunde) Sequoia sempervirens een boom uit het geslacht sequoia binnen de familie Cupressaceae (cipressen)
Synoniemen
- [1] kustmammoetboom
Hyperoniemen
- [1] boom
Gangbaarheid
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.