beeld van een kleurrijke screensaver
  • screen·sa·ver
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘computerprogramma dat het beeldscherm beschermt’ voor het eerst aangetroffen in 1997 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord screensaver screensavers
verkleinwoord

de screensaverm

  1. (informatica) (verouderd) een afbeelding die zich over het beeld beweegt als de computer niet gebruikt wordt, maar niet is uitgezet, oorspronkelijk was de taak te voorkomen dat een beeld zich in de fosforlaag van het beeldscherm inbrandde
    • Twintig jaar geleden flitsten ze op alle computers tevoorschijn als je collega’s waren gaan lunchen, maar tegenwoordig zie je ze niet meer en moeten de screensavers gered worden van de vergetelheid. [3] 
    • Voordat ik het weet, wordt gevraagd of ik al weer een tweede glas wil. Dat wil ik wel. Bij iedere slok gaan de rillingen door mijn lijf. Het feest van kleurtjes en vormpjes gaat door. 'Het lijkt een aaneenschakeling van screensavers en animated gifs', zeg ik tegen mezelf... niet heel anders dan het dagelijks leven dus' - ik ben webdesigner van beroep - en ik vind mezelf erg grappig. [4] 
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]