schwalbe
- schwal·be
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘val in het strafschopgebied om een penalty toegekend te krijgen’ voor het eerst aangetroffen in 1997 [1]
- van Duits Schwalbe (zwaluw) wegens de typische duikval van deze vogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schwalbe | schwalbes |
verkleinwoord |
de schwalbe m
- (sport) het zich opzettelijk laten vallen in het strafschopgebied van de tegenstander om een strafschop af te dwingen
- Het woord schwalbe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schwalbe" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "schwalbe" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be