schrijversleven
- schrij·vers·le·ven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrijversleven | schrijverslevens |
verkleinwoord | schrijversleventje | schrijversleventjes |
het schrijversleven o
- de beschrijving van het leven van een auteur
- het werkzame leven van een schrijver
- ▸ Wat een bijzondere geschiedenis, dacht ik, dâér zou ik wel een paar jaar van mijn schrijversleven aan willen wijden.[1]
- ▸ Siebelink heeft zich zijn hele schrijversleven verbonden gevoeld met Ferron. "Wij wilden allebei de literatuur veranderen", zei Siebelink recent. "Geen Hollands realisme, maar overdadigheid: excessief en hartstochtelijk."[2]
- Het woord schrijversleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Fortuna's kinderen” (2021), Hollands diep, ISBN 9789048858972
- ↑ Weblink bron “Siebelinks 'Jas van belofte' is boek tegen het vergeten” (Vrijdag 22 maart 2019, 13:14), NOS