schreier
- schrei·er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schreier | schreiers |
verkleinwoord | schreiertje | schreiertjes |
de schreier m
- iemand die huilt; iemand die veel verdriet heeft
- Het woord schreier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schreier" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be