schreeuwerig
- schreeu·we·rig
- Naamwoord van handeling van schreeuwen met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schreeuwerig | schreeuweriger | schreeuwerigst |
verbogen | schreeuwerige | schreeuwerigere | schreeuwerigste |
partitief | schreeuwerigs | schreeuwerigers | - |
schreeuwerig
- hard en lelijk geluid makend
- De schreeuwerige kinderen waren hinderlijk voor de zieke mensen in het ziekenhuis.
- opdringerig
- De schreeuwerige kleuren van het reclamebord deden pijn aan je ogen.
- Het woord schreeuwerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.