- In de betekenis van ‘inkrassing’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
de schrap v / m
- een beschadiging van een oppervlak gemaakt door de beweging van een scherp voorwerp erover
- Hij had wat schrappen en blauwe plekken, maar verder niet.
- een streep gezet door iets
- Hij had er een schrap doorheen gezet die niet meer uit te stuffen was.
- een schuine streep (/), wat een leesteken is, en in computerterminologie ook (forward) slash, wat een scheidingsteken of operator is.
- De streep tussen 'ja/nee' heet een schrap of schuine streep. [2]
schrap
- zich ~ zetten: zich voorbereiden op een verwachte tegenslag
- Hoewel hij zich schrap zette, werd hij tegen de grond geworpen door de hoge golf.
schrap
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrappen
- gebiedende wijs van schrappen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrappen
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[3]
|