• schou·der·ham
enkelvoud meervoud
naamwoord schouderham schouderhammen
verkleinwoord

de schouderhamv / m

  1. (voeding) gekookt, gedroogd, gepekeld of gerookt deel van de schouder van een varken
    • Het vlees wordt in ruimtes achter de gelagzaal verwerkt, gezouten, gerookt of in worsten gedraaid. Ik neem een schouderham mee om straks vrouw en vrienden te verbazen en hen vergeefs te laten raden wat ze voorgeschoteld kregen. [2] 
    • Het zoutgehalte in verschillende producten kan enorm verschillen. Bij het ontbijt donderdagochtend laten de organisaties die verschillen zien. 'We laten roerbaksaus, gerookte zalm, knakworsten en schouderham zien van diverse merken waar soms bij de ene vier keer zo veel zout als bij de andere in zit.' [3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 25/maart/2012 door Bart Plouvier
  3. Volkskrant 30 mei 2013