• schoon·sprin·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schoonspringen
-
-
onvolledig

schoonspringen

  1. (sport) watersport waarbij in het water gesprongen wordt met een combinatie van salto's en schroeven, en de sprong beoordeeld wordt door een jury
    • De BN'ers gaan vanaf een 10 meter hoog platform schoonspringen.