schoolverzuim

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schoolverzuim    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• school·ver·zuim

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  school zn  en  verzuim zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schoolverzuim
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het schoolverzuim o

1. het zich aan de leerplicht onttrekken zonder geldige reden

   • Bom en Wiebenga geven groepstherapie aan ouders. Onder hun begeleiding maken de ouders een plan. Stap één is: protest aantekenen. Letterlijk. In een brief (de ‘aankondiging’) schrijven ze hun kind welk gedrag ze niet meer accepteren. Niet meteen een waslijst, alleen de twee of drie grootste klachten of problemen. Susanne en Chris schreven hun zoon dat ze zijn langdurig schoolverzuim niet langer tolereerden.  
   • Leerplichtambtenaren en hulpverleners gaan eerder ingrijpen als een leerling veel lessen mist. Door preventieve maatregelen hopen ze dat het schoolverzuim en het aantal thuiszitters afneemt.  

2. niet naar school gaan terwijl dat wel afgesproken is

Synoniemen

• spijbelen

Hyponiemen

• luxespijbelen, luxeverzuim

Vertalingen

    1. niet naar school gaan   

Engels: absenteeism (en)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord schoolverzuim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.