schoolkennis

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schoolkennis    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈsxolkɛnɪs / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• school·ken·nis

Woordherkomst en -opbouw

• [A] samenstelling van  school zn "onderwijsinstelling"  en  kennis zn "(A) verkregen inzicht" 
• [B] samenstelling van  school zn "onderwijsinstelling"  en  kennis zn "(B) iemand die je hebt leren kennen" 

[A]	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schoolkennis	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

[A] de schoolkennis v

1. geen meervoud (onderwijs) v inzicht dat je op een onderwijsinstelling is bijgebracht

[B]	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schoolkennis	schoolkennissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

[B] de schoolkennis v / m

1. (persoon) (onderwijs) iemand die je hebt leren kennen toen hij met jou onderwijs kreeg aan dezelfde instelling

Gangbaarheid

• Het woord schoolkennis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.