schooldokter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- school·dok·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van school en dokter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schooldokter | schooldoktoren schooldokters |
verkleinwoord | schooldoktertje | schooldoktertjes |
Zelfstandig naamwoord
de schooldokter m
- (medisch) (onderwijs) (beroep) arts, belast met vooral preventieve gezondheidszorg en -voorlichting, veiligheid en hygiëne op school
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'schooldokter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.