• schok·ke·rig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schokkerig schokkeriger schokkerigst
verbogen schokkerige schokkerigere schokkerigste
partitief schokkerigs schokkerigers -

schokkerig [1]

  1. niet gelijkmatig maar met schokken voortbewegen
    • Er zijn films: sommige schokkerig en amateuristisch; andere, zoals die van een verlaten hoofdstraat in een van de inmiddels verdwenen dorpen, adembenemend in hun precieuze nostalgie. Verkillend is Odenkirchener Straße 202 (2014), een film over het geboortehuis van nazipropagandaminister Joseph Goebbels in Rheydt. Schneider kocht het huis op, trok erin, at, sliep er – en sloopte vervolgens het complete inwendige, totdat alleen de muren, vloerdelen en balken in het dak nog over waren. Schneider noemt dit proces ‘ontkernen’: een geestesbezwering in zijn meest letterlijke vorm. [2] 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Lucette ter Borg 18 januari 2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be