schilderijlijst
  • schil·de·rij·lijst
enkelvoud meervoud
naamwoord schilderijlijst schilderijlijsten
verkleinwoord schilderijlijstje schilderijlijstjes

de schilderijlijstv / m [1]

  1. een rand in een speciale vorm die een schilderij omvat
     " „Waar was die bergplaats?" „Hij had een uitholling laten maken in een schilderijlijst.[2]
     Na De Rijp bezoekt de familie Amstelveen. Bij aankomst wordt het lied Voor de koning onder de toegangspoort gespeeld. De poort is als een schilderijlijst, waardoor de leden van de koninklijke familie als het ware de wereld van Amstelveen binnengaan.[3]
     Natuurmonumenten heeft nu een schilderijlijst laten ontwerpen en die op de finishlijn op de top van de Sint-Pietersberg geplaatst. Voor de lijst staat een paal waarop wandelaars hun telefoon kunnen plaatsen, zodat ze een foto van zichzelf kunnen maken bij de finish.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644
  3.   Weblink bron “Koning naar De Rijp en Amstelveen” (zaterdag 26 april 2014, 04:46), NOS
  4.   Weblink bron “Pieterpad heeft na 40 jaar een herkenbaarder eindpunt” (zondag 11 juni 2023, 18:44), NOS