Nederlands

 
schilderatelier
Uitspraak
Woordafbreking
  • schil·der·ate·lier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schilderatelier schilderateliers
verkleinwoord schilderateliertje schilderateliertjes

Zelfstandig naamwoord

het schilderateliero

  1. (schilderkunst) werkplaats van een (kunst)schilder
     Vanuit de kerk gingen ze voor het feestmaal rechtstreeks naar het schilderatelier, dat toen meteen door de Antipovs werd ingewijd.[1]
     Voortaan werd de grote zaal voor ontvangsten gebruikt. In de Kleine Krijgsraadzaal, de plek waar ooit De Nachtwacht was versneden, leverde Wilhelmina haar eigen bescheiden bijdrage aan de Nederlandse schilderkunst: het vertrek werd na haar troonsafstand omgebouwd tot schilderatelier.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  2.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Paleis op de Dam opent 3de etage” (20-06-2014), NOS