• schij·te·broek

deschijtebroekv/m

  1. een lafaard, iemand die niets durft, iemand die in de broek schijt van angst
    • Die jongen is een echte schijtebroek, hij durft niets. 
77 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be